In het Nederlands recht worden onder de term “Uitsluitingsclausule” voornamelijk twee varianten begrepen, die gebruikt worden om te regelen hoe erfenissen en schenkingen behandeld worden binnen het vermogen van de ontvanger.
De harde Uitsluitingsclausule: Deze variant zorgt ervoor dat alles wat uit een erfenis of als schenking is ontvangen, altijd buiten elke Gemeenschap van goederen valt. Dit betekent dat, ongeacht de huwelijkse staat of partnerschapsvoorwaarden van de ontvanger, het geërfde of geschonken goed altijd zijn of haar persoonlijk eigendom blijft en niet verdeeld zal worden in geval van een echtscheiding of overlijden.
De milde Uitsluitingsclausule: Deze clausule bepaalt dat een erfenis of schenking wél in een Gemeenschap van goederen valt of onder het bereik van verrekenbedingen komt indien de relatie eindigt door overlijden.
De milde Uitsluitingsclausule biedt dus een middenweg tussen volledige uitsluiting van Gemeenschap van goederen (harde Uitsluitingsclausule) en het volledig opgaan van een erfenis of schenking in de Gemeenschap van goederen. Het is een manier om te waarborgen dat geërfde of geschonken bezittingen persoonlijk eigendom blijven in geval van een scheiding, terwijl ze bij het einde de relatie door overlijden flexibeler behandeld kunnen worden.
Beide clausules worden vaak opgenomen in testamenten en schenkingsakten om te regelen hoe met erfenissen en schenkingen moet worden omgegaan in relatie tot het relatievermogensrecht. Het gebruik en de formulering van deze clausules kunnen variëren, afhankelijk van de wensen van de erflater of schenker en de wettelijke bepalingen.
Wat regelt de Uitsluitingsclausule niet?
Vaak wordt gedacht dat de Uitsluitingsclausule vermogen in de familie houdt na het overlijden van het kind, zodat het vermogen van het kind vererft naar de kleinkinderen. Dat is niet het geval. Als je kind van jou erft, is het vermogen privé van het kind. Dit wil zeggen dat je kind zelf mag bepalen wat hij of zij met het geld doet. Als je kind besluit het geld te besteden aan gemeenschappelijke vakanties met een partner of aan een gemeenschappelijke auto met een partner, kan je kind later niet zeggen: “dit hebben we gedaan van mijn erfenis, dus ik wil het geld terug.”
Als jouw kind na jou ook komt te overlijden, bepaalt het Erfrecht de bestemming van het vermogen. Dit betekent dat het vermogen meestal ter beschikking komt aan de partner van je kind of hun kinderen. Bijvoorbeeld in de situatie dat jouw eigen kind voor zijn of haar partner komt te overlijden. Het kind kan in een Testament een andere regeling treffen, of de ouders kunnen dat doen met een Tweetrapsmaking. Maar de Uitsluitingsclausule op zichzelf heeft dus niet het effect dat vermogen na overlijden in de familie blijft.